Nationale vereniging voor mensen met lupus, APS, sclerodermie en MCTD
Open menu

Medicijnen

Medicijnen spelen bij de behandeling van systemische sclerose een belangrijke rol. Wat houdt de behandeling met medicijnen in? Welke medicijnen kunnen artsen bij systemische sclerose voorschrijven?

Vaak is het nodig om systemische sclerose met een combinatie van verschillende (soorten) medicijnen te behandelen. Jouw arts bekijkt samen met jou welke klachten je hebt en hoe ernstig deze zijn. Aan de hand daarvan wordt bepaald welke medicatie het beste voor je is.

Dit zijn de soorten medicijnen waar het om gaat:

  • bloedvatverwijdende middelen
  • maagzuurremmers
  • ontstekingsremmers:
    • ontstekingsremmende pijnstillers (NSAID's)
    • corticosteroïden
  • immunosuppressiva (DMARD's)
  • prokinetica
  • overige medicijnen

Medicijnen hebben altijd twee namen. Hier staat de naam van de werkzame stof steeds met een kleine letter. De fabrieks- of merknaam staat er, met een hoofdletter, tussen haakjes achter. Bijvoorbeeld: ibuprofen (Advil®, Brufen®, Ibuprofen, Neurofen®, Sarixell®, Spidifen®, Zafen®).

Omdat verschillende fabrikanten soms hetzelfde medicijn maken, komen verschillende merknamen voor. Deze herken je aan het merkteken ®. Soms zijn medicijnen merkloos: in dat geval zijn de namen van de werkzame stof en de fabrieksnaam hetzelfde en heeft de naam niet het merkteken ®.

Alle medicijnen kunnen bijwerkingen hebben. Hier worden alleen de meest voorkomende genoemd. Kijk in de bijsluiter voor een volledige lijst van de mogelijke bijwerkingen. Bedenk dat de bijsluiter alle bijwerkingen bevat die ooit zijn gemeld. Een groot deel ervan is dus zeldzaam.

Ben je niet in het bezit van een bijsluitertekst, vraag hiernaar bij je apotheker of kijk op de website: www.cbg-meb.nl. Op deze website van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen vind je alle bijsluiterteksten van medicijnen die in Nederland verkrijgbaar zijn. Je kunt ook kijken op www.apotheek.nl of www.farmacotherapeutischkompas.nl.

Een goed effect en het minste risico op bijwerkingen bereik je door zorgvuldig om te gaan met medicijnen. Dit betekent:

  • Neem de medicijnen volgens het voorschrift van de arts: de juiste hoeveelheid op de juiste tijd en op de juiste manier.
  • Meld bijwerkingen altijd aan je arts of apotheker.
  • Stop nooit zomaar met een behandeling. Overleg met je arts hoe je veilig kunt stoppen.
  • Het gebruik van alcohol is niet bij alle medicijnen toegestaan. Zeker als je klachten hebt van de maag of lever kun je beter geen alcohol gebruiken. Als je vragen hierover hebt, kun je contact opnemen met je arts of apotheker.
  • Niet alle medicijnen kun je tijdens de zwangerschap of tijdens het geven van borstvoeding gebruiken. Ook als je van plan bent om zwanger te worden, kan het zijn dat je jouw medicijn(en) beter niet kunt gebruiken. Overleg daarover met je arts of apotheker.

De medicijnen die je krijgt moet je vaak lange tijd of zelfs de rest van je leven gebruiken. In het hoofd- stuk 'Omgaan met medicijnen' lees je onder meer hoe je dit vol kunt houden. Ook lees je hier meer (algemene) adviezen over het omgaan met medicijnen.

Medicijnen kunnen op verschillende manieren worden toegediend, bijvoorbeeld als tablet, druppels, pleister, via een infuus of injectie. Ook zijn er medicijnen die je op de huid smeert, zoals een zalf, crème, lotion, pasta of gel. Deze gebruik je dus op de plek waar ze nodig zijn.

Overleg met je arts of apotheker als je moeite hebt met medicijngebruik, want vaak is er een alternatief. Bij slikproblemen kan de apotheek met je meedenken over een oplossing.