Nationale vereniging voor mensen met lupus, APS, sclerodermie en MCTD
Open menu

De ander helpen


Hoe kun je iemand met een systeemziekte steunen?

In het begin weet je waarschijnlijk niet zo goed wat je voor je partner kunt doen. Je weet nog niet veel van de aandoening en bent nog niet gewend om hiermee om te gaan. Moet je je partner nou wel of niet aanmoedigen actiever te zijn of gezonder te gaan eten? Aan de ene kant wil je dit doen omdat je weet dat een gezonde leefstijl belangrijk is. Tegelijk wil je niet ‘zeuren’ en ‘betuttelen’.

Zo zijn er allerlei voorbeelden te bedenken. Als je merkt dat je niet goed weet hoe je kunt helpen, heb je misschien iets aan de volgende tips.

  • Maak afspraken over wat je wel en niet doet. Je weet dan beiden waar je aan toe bent.
  • Bedenk dat je partner uiteindelijk zelf verantwoordelijk is voor zijn of haar gezondheid. Je kunt de ander steunen en helpen, maar je partner is degene die de ziekte heeft en daarmee moet leren omgaan. Je kunt nooit het leven van een ander overnemen. Probeer je partner daarom niet te veel ‘volgens het boekje’ te laten leven.
  • Je partner is verantwoordelijk voor zijn of haar eigen leven en jij bent dat voor jouw leven. Het is niet nodig dat je jezelf steeds wegcijfert. Bijvoorbeeld: als je partner te moe is om naar een feestje te gaan, hoeft dit niet te betekenen dat jij ook nooit meer naar een feestje zou kunnen.

Geven en nemen

Het is vaak een zaak van geven en nemen. Je partner past zich een beetje aan en jij past je een beetje aan. Zolang jullie allebei je best doet, zul je meestal wel een goede manier vinden om met de ziekte om te gaan.

Laat de ziekte je leven niet overheersen

De ziekte maakt deel uit van je dagelijks leven, bijvoorbeeld omdat je merkt dat je partner erg moe is of omdat hij of zij medicijnen moet gebruiken. Het grootste deel van de dag ben je echter met de gewone, dagelijkse dingen bezig: je werk, het huishouden, de kinderen, een hobby of sport, enzovoort.

Het kan helpen als je je bewust op die dagelijkse dingen richt en niet steeds maar aan die ziekte denkt. In het begin zul je daar waarschijnlijk moeite mee hebben, maar probeer de ziekte niet alles te laten overheersen.

Voorkóm overbelasting

Probeer in elk geval te voorkómen dat je jezelf overbelast. Misschien wil je de ander zo graag helpen, of maak je je zoveel zorgen, dat je teveel van jezelf vraagt. Je bent dan eigenlijk alleen nog maar bezig met je partner. Hierdoor kun je ‘opbranden’ en dan ben je nog verder van huis. En je partner heeft dan ook niets meer aan je.