Nationale vereniging voor mensen met lupus, APS, sclerodermie en MCTD
Open menu

Aanpakken van ontstekingen

De behandeling van SLE bestaat voor een belangrijk deel uit het aanpakken van ontstekingen. Ontstekingen vormen immers de rode draad bij deze ziekte: iedereen met SLE heeft er last van. Voor het bestrijden van ontstekingen kunnen veel verschillende medicijnen worden ingezet.

De medicijnen worden vaak voorgeschreven volgens een bepaald schema. Je start met medicijnen die zo licht mogelijk zijn, als deze niet werken krijg je zwaardere.

Geldt niet altijd en niet voor iedereen

We willen echter sterk benadrukken dat de hier beschreven opbouw van medicijnen lang niet altijd en ook niet voor iedereen geldt. Zo is een en ander afhankelijk van je klachten: bij ernstige klachten als nierafwijkingen en afwijkingen van het centraal zenuwstelsel moet er direct stevig ingegrepen worden. Je krijgt dan direct een hoge dosis medicijnen die inwerken op het afweersysteem, zoals corticosteroïden of immunosuppressiva, de middelen die in het schema op de derde en vierde plaats staan.

Daarnaast bekijkt de arts hoe je reageert op een bepaald medicijn: wat de effectiviteit van een middel is, welke bijwerkingen het heeft en hoe je die bijwerkingen ervaart. Ook gebeurt het regelmatig dat verschillende soorten medicijnen met elkaar worden gecombineerd.

De periode dat de medicijnen moeten worden gebruikt en de hoeveelheid die wordt voorgeschreven kan van persoon tot persoon en van periode tot periode verschillen. Kortom: de behandeling ziet er bij iedereen weer anders uit. De informatie die je hier aantreft is dan ook algemeen. Voor informatie die precies aansluit bij jouw persoonlijke situatie kun je terecht bij je behandelend arts en apotheker.

Medicijnen

Dit zijn de soorten medicijnen waar het om gaat:

  1.   ontstekingsremmende pijnstillers (NSAID’s)
  2.   antimalariamiddelen
  3.   corticosteroïden
  4.   immunosuppressiva
  5.   cytostatica
  6.   biologicals

Andere medicijnen

Mensen met SLE krijgen vaak ook nog andere medicijnen, dus medicijnen die zich niet op een ontsteking maar op een andere klacht richten. Bijvoorbeeld: paracetamol (bij pijn), antibiotica (bij infecties) en middelen die de bloeddruk verlagen of middelen die het cholesterol verbeteren.

Als je dit soort middelen krijgt voorgeschreven kun je bij je behandelend arts en apotheker terecht voor meer informatie. Betrouwbare (algemene) informatie over medicijnen vind je op de site www.apotheek.nl. Deze site wordt gemaakt door de brancheorganisatie van apothekers, de KNMP.

Medicijnnamen

Medicijnen hebben altijd twee namen. Hier staat de naam van de werkzame stof steeds met een kleine letter. De fabrieks- of merknaam staat er, met een hoofdletter, tussen haakjes achter. Bijvoorbeeld: ibuprofen (Advil®, Brufen®, Ibuprofen, Nurofen®, Sarixell®, Spidifen®, Zafen®).

Omdat verschillende fabrikanten soms hetzelfde medicijn maken, komen verschillende merknamen voor. Deze herken je aan het merkteken ®. Soms zijn medicijnen merkloos: in dat geval zijn de namen van de werkzame stof en de fabrieksnaam hetzelfde en heeft de naam niet het merkteken ®.

Bijwerkingen

Alle medicijnen kunnen bijwerkingen hebben. We noemen hier niet alle bijwerkingen, maar alleen de bijwerkingen die geregeld voorkomen. We duiden het voorkomen van de bijwerkingen aan als:

  • regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
  • soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
  • zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
  • zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen

Sommige medicijnen hebben ernstige, zelfs levensbedreigende bijwerkingen. Deze bijwerkingen komen echter zo zelden voor, dat wij ze niet opnemen in deze tekst. Als je zo’n medicijn gebruikt, zal de arts je precies vertellen op welke klachten of signalen je moet letten. Bij sommige medicijnen is het nodig dat de arts je regelmatig onderzoekt, bijvoorbeeld wekelijks of maandelijks. Vaak wordt er dan ook bloedonderzoek gedaan.

Kijk in de bijsluiter voor een volledige lijst van de mogelijke bijwerkingen. Bedenk dat de bijsluiter alle bijwerkingen bevat die ooit zijn gemeld. Een groot deel ervan is dus zeldzaam.

Ben je niet in het bezit van een bijsluitertekst vraag hiernaar bij je apotheker of kijk op de website: www.cbg-meb.nl. Op deze website van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen vind je alle bijsluiterteksten van medicijnen die in Nederland verkrijgbaar zijn.

Medicijngebruik

De medicijnen die hier beschreven worden moet je vaak lange tijd gebruiken. Verderop kun je onder meer lezen hoe je dit vol kunt houden. Ook tref je meer (algemene) adviezen voor het omgaan met medicijnen aan.

Veiligheid

Vraag voor een veilig medicijngebruik in jouw apotheek om je eigen medicatieoverzicht en laat het bij elk bezoek aan een huisarts of specialist zien. Het medicatieoverzicht is pas compleet als je aan je apotheek vertelt welke medicijnen je nog meer gebruikt en ergens anders koopt, bijvoorbeeld bij een andere apotheek, bij de drogist of via internet. Je levert dan zelf een bijdrage aan het actueel houden van je medicatiegegevens. Kijk voor meer informatie op www.apotheek.nl.