Nationale vereniging voor mensen met lupus, APS, sclerodermie en MCTD
Open menu

Onstekingsremmende pijnstillers

De afkorting NSAID staat voor Non Steroïdal Anti-Inflammatory Drugs, een Engelse afkorting die betekent dat het om medicijnen gaat die ontsteking remmen. Deze medicijnen verminderen dus niet alleen de pijn, maar hebben ook een ontstekingsremmend effect. Bovendien werken ze koortsverlagend.

Bij SLE

  • Deze middelen worden onder meer voorgeschreven bij pijn (bijvoorbeeld hoofdpijn, spierpijn en gewrichtspijn), om koorts te onderdrukken en bij (lichte) ontstekingen van de gewrichten, het hartvlies en het longvlies.
  • NSAID’s kunnen ook worden gebruikt om de neiging tot trombose tegen te gaan. In een lage dosis kunnen deze middelen (vooral acetylsalicylzuur) een remmend effect op de bloedstolling hebben. Dit kan gunstig zijn voor mensen bij wie snel bloedstolsels ontstaan.

NSAID’s zijn minder geschikt voor mensen die een nierontsteking hebben. Onder invloed van deze middelen raken de nieren minder goed doorbloed, waardoor de nieren hun werk minder goed kunnen doen.

Overzicht

  • aceclofenac (Biofenac®)
  • acetylsalicylzuur (Acetylsalicylzuur, Alka-Seltzer®, Aspirine®, Aspro®)
  • carbasalaatcalcium (Ascal®, Carbasalaatcalcium)
  • celecoxib (Celebrex®)
  • dexibuprofen (Seractil®)
  • dexketoprofen (Stadium®)
  • diclofenac (Arthrotec® (in combinatie met de maagbeschermer misoprostol), Cataflam, Diclofenac, Diclofenac-Misoprostol, Voltaren)
  • etoricoxib (Arcoxia®)
  • ibuprofen (Advil®, Brufen®, Ibuprofen, Nurofen®, Sarixell®, Spidifen®, Zafen®)
  • indometacine (Indometacine®)
  • ketoprofen (Ketoprofen, Orudis®, Rilies®)
  • meloxicam (Meloxicam, Movicox®)
  • nabumeton (Mebutan®, Nabumeton)
  • naproxen (Aleve®, Naproxen, Vimovo® (in combinatie met de maagbeschermer esomeprazol))
  • piroxicam (Piroxicam)
  • tiaprofeenzuur (Surgam®)

De middelen fenylbutazon en propyfenazon hebben we niet in het overzicht opgenomen. Deze worden ontraden omdat ze ernstige bijwerkingen kunnen hebben.

Bijwerkingen

  • NSAID’s hebben meestal weinig bijwerkingen, maar er zijn grote verschillen tussen mensen: terwijl de één veel last van bijwerkingen heeft, krijgt de ander er niet mee te maken. Zorg dat je op de hoogte bent van de mogelijke bijwerkingen: vraag je arts ernaar, lees de bijsluiter of kijk op www.apotheek.nl
  • Veel mensen (ongeveer drie op de tien) krijgen last van een geïrriteerde maag (maagpijn, zuurbranden). Een enkele keer treden er ernstiger maagklachten op, zoals een maagzweer (je merkt dat soms als buikpijn, misselijkheid) of een maagbloeding (je merkt dat aan een zwarte, teerachtige ontlasting). De kans op deze ernstige maagklachten is groter als je langdurig NSAID’s gebruikt, bij een hoge dosis of als je al eens eerder een maagzweer hebt gehad. Andere risicofactoren zijn: een hoge leeftijd (ouder dan 60 jaar), het gebruik van corticosteroïden, bepaalde antidepressiva (SSRI’s), de ‘plaspil’ spironolacton of bloedverdunners en als je last hebt van ernstige reumatoïde artritis, hartfalen of diabetes mellitus.
  • Als je vaker maagklachten hebt of een verhoogd risico op maagklachten, of bij langdurig gebruik van NSAID’s, kan de NSAID worden gecombineerd met een medicijn dat de maag beschermt. Bij genoemde risicofactoren krijg je vaak standaard van de arts al maagbeschermers voorgeschreven. Soms wordt hiervoor een combinatiemiddel gebruikt, of wordt een maagbeschermend middel toegevoegd dat samen met de diverse NSAID’s kan worden in genomen. Voorbeelden daarvan zijn esomeprazol, lansoprazol, omeprazol, pantoprazol en rabeprazol.
  • De middelen celecoxib en etoricoxib zijn zogenaamde COX-2-selectieve NSAID’s. Bij deze middelen is de kans op het ontstaan van ernstige maagklachten (maagzweer, maagbloeding) minder groot. De middelen meloxicam en nabumeton geven ook minder kans op ernstige maagklachten.
  • NSAID’s verhogen het risico op hartproblemen, zoals een hartinfarct of hartfalen. Mensen van wie bekend is dat ze hartproblemen hebben, mogen deze middelen daarom niet langdurig gebruiken.
  • Andere bijwerkingen van NSAID’s die relatief vaak voorkomen zijn huiduitslag (allergie) en bijwerkingen op het centraal zenuwstelsel (bijvoorbeeld hoofdpijn en duizeligheid).

Bijzonderheden

  • Een aantal van deze geneesmiddelen kun je zelf kopen, zonder recept. Het is echter aan te raden altijd met je arts of apotheker te overleggen. Omwille van de veiligheid is het belangrijk dat NSAID’s zo kort mogelijk in een zo laag mogelijke dosering worden gebruikt.
  • Je begint met een bepaalde NSAID, meestal in een standaarddosering. Wanneer deze te weinig effect heeft, verhoogt de arts de dosering. Een hogere dosis kan een beter effect hebben, maar dan neemt ook de kans op bijwerkingen toe.
  • Het effect van een bepaald middel kan per persoon verschillen. Hetzelfde geldt voor de bijwerkingen.
  • Wanneer een bepaald middel niet helpt, kun je meestal overstappen op een ander soort NSAID. Ditzelfde geldt ook wanneer een middel vervelende bijwerkingen geeft. Als je maagklachten krijgt, helpt overstappen niet: je krijgt dan een maagbeschermer voorgeschreven.
  • In de praktijk blijkt dat het geen zin heeft om verschillende NSAID’s tegelijk te gebruiken. Dat verbetert het effect niet en het risico op bijwerkingen zoals maagklachten wordt groter.
  • Bij bepaalde aandoeningen mogen NSAID’s niet worden gebruikt. Dit geldt onder meer voor hartfalen. Bij hoge bloeddruk en andere hart- en vaatziekten, psoriasis en chronische darmontstekingen (ziekte van Crohn en colitis ulcerosa) is voorzichtigheid geboden, omdat NSAID’s deze aandoeningen mogelijk kunnen verergeren. Bij mensen met een verminderde nierfunctie die langer dan twee weken NSAID’s gebruiken, moet de nierfunctie extra gecontroleerd worden. Bij mensen met astma die NSAID’s niet verdragen (‘intolerant zijn’), kan een aanval worden uitgelokt.

Sommige medicijnen (zie het lijstje hieronder) kunnen niet zonder meer gecombineerd worden met een NSAID. Het kan zijn dat één van de twee minder goed gaat werken. Je klachten kunnen erger worden. Ook kunnen de medicijnen elkaars werking versterken, waardoor er meer en ernstigere bijwerkingen kunnen optreden. Als je zulke medicijnen krijgt voorgeschreven én je gebruikt een NSAID, dan is een goede controle door de arts nodig. Dit wil niet zeggen dat je deze medicijnen niet kunt gebruiken, alleen neemt de kans op bijwerkingen toe. Overleg daarom altijd met je arts of apotheker als je deze medicijnen gebruikt of wilt gebruiken. Het gaat om de volgende medicijnen:

  • bepaalde antidepressiva, zoals SSRI’s (bijvoorbeeld paroxetine, citalopram, fluoxetine), SNRI’s (bijvoorbeeld venlafaxine, duloxetine), trazodon
  • RAAS-remmers (ACE-remmers en AT-II-antagonisten)
  • bètablokkers
  • ciclosporine
  • methotrexaat
  • corticosteroïden (dit geldt niet bij crèmes, zalven en lotions)
  • cumarinederivaten (‘bloedverdunners’ zoals acenocoumarol of fenprocoumon)
  • diuretica (‘plaspillen’)
  • lithium
  • als je acetylsalicylzuur of carbasalaatcalcium gebruikt als bloedverdunner, kun je beter geen ibuprofen gebruiken, omdat dit middel het bloedverdunnende effect van acetylsalicylzuur en carbasalaatcalcium tegengaat; kies voor een ander NSAID.
  • DOAC’s (antistollingsmiddelen): apixaban, dabigatran, rivaroxaban